Wat hebben we gedaan?

2.1.1 Verduurzamen openbare ruimte

• In onze beheerplannen legden wij de verbinding met onze strategische opgave duurzaamheid. De beheerplannen zijn sinds 2021 het kader voor de uitvoeringsplannen.
• In onze uitvoeringsplannen zijn duurzame oplossingen opgenomen die passen binnen het budget. Een voorbeeld hiervan is het toepassen van laag temperatuur asfalt, de rijstvlies verkeersborden en het toepassen van roestvast stalen pompgemalen. Ook gingen we aan de slag met het omvormen van traditionele armaturen naar LED verlichting.
• In 2021 is er een slag gemaakt in het duurzaam vegen en bestrijden van ongewenste kruiden op verhardingen. Specifiek gaat het om de uitvoering van de IBOR-taken.

2.1.2 Vertalen landschapsontwikkelingsplan naar omgevingsvisie

• Samen met onze regiogemeenten van Rivierenland zijn we in 2021 gestart met een regionaal project versterken landschap en biodiversiteit. Het resultaat van het project is dat de deelnemende gemeenten hun biodiversiteitsplannen met elkaar hebben afgestemd vanuit een regionale overkoepelende visie op landschap, biodiversiteit en ruimtelijke adaptatie. Dit is inclusief een regionaal uitvoeringsprogramma.
• Met een cofinanciering vanuit de regiodeal konden de deelnemende gemeenten inzetten op de biodiversiteitsplannen, het herijken van hun landschapsbeleid in voorbereiding op de nieuwe omgevingsvisie en –plannen, het afstemmen en van elkaar leren en investeren in het opbouwen van een netwerk.
• Zo ontstaat er meer samenhang in het landschap in de regio en kunnen we meer impact maken op de uitvoering van onze biodiversiteitsplannen en landschapsuitvoeringsprogramma’s.

2.1.4 Vaststellen nota dierenwelzijn

• In het coalitieakkoord is opgenomen om een dierenwelzijnsnota op te stellen. Er was in 2021 geen formatie en geen budget beschikbaar om de nota te schrijven en structureel uit te gaan voeren. Er wordt in deze bestuursperiode geen dierenwelzijnsnota meer opgesteld.

2.1.3 Uitvoeren reguliere werkzaamheden openbare ruimte

• Om in vijf jaar in te lopen op de achterstanden in het groen, is hiervoor in 2021 een financiële voorziening aangelegd. Ook wordt in 2022 gewerkt aan een plan voor een structurele vervanging van het groen, wanneer de bestaande achterstanden zijn weggewerkt. Dit met het oog op het verkrijgen van structureel budget (vanaf 2025/2026) om hier verder invulling aan te geven.
• Voor het inlopen van de achterstanden is een werkaanpak beoogd. Deze moet nog worden omgezet naar een concreet uitvoeringsplan. Door verschuiving van prioriteiten is hiermee enkel een start gemaakt. Een van deze prioriteiten was het ombuigingstraject ZBB.
• Zonder afgerond uitvoeringsplan en duidelijke planning is er geen noodzaak geweest om een projectleider voor het uitvoeringsprogramma aan te trekken. Dit gebeurt zodra het geheel van het uitvoeringsplan duidelijk vorm krijgt. Dit betekent dat in 2021 een aanzet is gemaakt voor dit project. Dit wordt in 2022 verder uitgewerkt. Ook wordt in 2022 gestart met het uitvoeren van de vervangingsopgave.
• Voor de te funderen wegen is er in 2021 een aanbesteding geweest. In 2021 zijn de werkzaamheden voorbereid. Naar verwachting vindt de uitvoering plaats in 2022.

2.2.1 Vaststellen nieuw gemeentelijk verkeer- en vervoersplan

We hebben inwoners gevraagd om hun mening te geven over het gemeentelijk verkeer- en vervoersplan (hierna GVVP). Dit deden we via:

• de online tool e-spraak;
• de verkeerstafels bij de kernenronde voor de Omgevingsvisie en de Mobiliteitsvisie; en
• een digitale bijeenkomst voor stakeholders (doelgroepen).

Van de reacties is een notitie gemaakt. In de notitie ‘e-spraak resultaten Buren’ staat een overzicht waarin alle (723) ingediende reacties staan, inclusief het antwoord van de gemeente. Deze input hebben we verwerkt in het ontwerp GVVP. Het GVVP bestaat uit een Mobiliteitsvisie en een uitvoeringsprogramma. Vanaf 5 januari tot 16 februari 2022 lag het ontwerp GVVP ter inzage. Er zijn 19 zienswijzen ingediend, die nu in behandeling zijn. Het GVVP komt in september 2022 naar de gemeenteraad.

2.2.2 Realiseren uitvoeringsplan mobiliteit regio 2019-2022

In het regionale uitvoeringsplan mobiliteit 2019-2022 zijn acht opgaven uitgewerkt in acties. Hiermee zetten wij in op robuuste, duurzame en slimme oplossingen (hoofdwegennetwerk als een robuust fietsnetwerk). De uitvoering van de acties wordt gefinancierd uit het mobiliteitsfonds. Elke gemeente draagt hieraan jaarlijks € 1 per inwoner bij voor de periode 2019-2022. Wij investeren gezamenlijk in een betere doorstroming via het MIRT A2 Deil-Vught, verbeteren verkeersveiligheid op de A15 Deil-Ochten en duurzame en slimme oplossingen voor een betere bereikbaarheid. Voor de A15 zetten wij ons lobby traject voort om de aandacht te blijven vragen voor het capaciteitsprobleem op het traject Deil-Ochten. Daarnaast hebben we het project Rijnbrug besproken in de regio.

2.3.4 Vaststellen Warmtevisie

Hiermee voldeden we als gemeente aan de verplichting om in 2021 een warmtevisie vast te stellen. Deze visie loopt tot 2024. Het is een nieuwe dynamische ontwikkeling en daarom is het nog niet mogelijk om SMART-doelen te formuleren. Ook staat participatie in deze verandering centraal en daarmee is de uitkomst hierbij niet vooraf te bepalen. Wel maakten we een aanpak voor de eerste kernen en het buitengebied om samen met inwoners de mogelijkheden te bekijken om van het gas af te gaan. Daarbij hoort ook het plan: ‘isoleren, besparen en meer’. Dit als eerste stappen naar een fossielvrij Burens warmtegebruik in 2050.

Via het gemeentefonds decembercirculaire 2019 ontvingen we eind 2019 budget voor de warmtetransitie: € 202.000. We gaven die middelen in 2021 deels uit. Ook werden ze voor een deel bij de Burap overgeheveld voor incidentele uitgaven uit het door uw raad eind 2021 vastgestelde warmteplan 2022. Hiermee maken we de verdere ontwikkeling en uitvoering van de warmteaanpak mogelijk. Bijvoorbeeld door het faciliteren van de eerste warmteprojecten.

2.3.2 Vaststellen beleidsplan circulaire economie

Zoals aangegeven, is in 2021 bij de begroting van 2022 extra personele formatie beschikbaar gesteld en kan in 2022 het beleidsplan circulaire economie opgesteld worden.

2.3.3 Uitvoeren Energietransitie

De beschikbare ruimte voor initiatieven met zonne-energie:

• 20 ha voor grootschalige initiatieven (groter dan 10 ha per initiatief) in het zoekgebied A15-Oost.
• 10 ha zon in plaats van windmolens. Dit wordt toegevoegd aan het zoekgebied A15-Oost.

Voor de grootschalige ontwikkeling van zonne-energie is zo 30 ha beschikbaar. Daarvoor ligt inmiddels ook een aanvraag.
Verder is er 25 ha beschikbaar voor lokale, innovatieve zonprojecten. Dit zijn projecten die niet groter zijn dan 10 ha per project. Hierbij is al goedkeuring verleend aan het plan Molenkampen (8 ha). Ook een andere initiatief is (begin 2022) ambtelijk in behandeling. Deze aanvraag bevat al een groot gedeelte van onze beschikbare ha's. We onderzoeken of een combinatie gemaakt kan worden, zodat deze aanvraag doorgang kan vinden.

Verder is richting RES2.0 gestart met regionaal of lokaal onderzoek naar de mogelijkheden wat betreft: zon op grote daken, het Amsterdam-Rijnkanaal en de transport corridor A15/Betuwelijn, waterkracht en opslag.
Begin 2022 leggen we een voorstel voor aan uw raad over een pilot kleine windmolens. Ook starten we met de oprichting van een omgevingsfonds voor duurzame energie.

Bij de jaarrekening doen we ook een overhevelingsvoorstel van resterende middelen over 2021.

2.3.1 Opstellen lokaal realisatieplan Regionale Klimaat Adaptatie Strategie

De RAS is als gepland vastgesteld en we werken nu aan onder andere een lokaal uitvoeringsplan, onderverdeeld in verschillende thema’s: wonen, natuur, gezondheid, openbare ruimte, recreatie en economie. Communicatie en participatie naar en van inwoners is ook een los onderdeel waar we projecten voor opzetten. Bij de jaarrekening doen we ook een overhevelingsvoorstel van resterende middelen over 2021. Voor een eerste bijdrage aan de benodigde cofinanciering van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) 2021-2027 uit het LAS-voorstel. Voor Buren is € 325.000 aan DPRA-gelden beschikbaar, maar dat vraagt een cofinanciering van 66%. Het gaat dus om € 750.000 voor de jaren 2022 t/m 2027.