Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Inleiding
De voorschriften uit het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) vormen
het kader voor de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling. De jaarrekening stellen we op
met inachtneming van deze voorschriften. Alle aanpassingen en aanvullingen van het BBV tot en met
31 december 2021 verwerkten we in deze grondslagen.
Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van
historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balansonderdeel anders is vermeld, worden de activa
en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het
jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op de
balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het
begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn
geworden. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop
het dividend betaalbaar gesteld wordt.
Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als
gevolg van het verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie voor gepensioneerden,
overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken etc.
Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming, te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) dient wel een verplichting of voorziening gevormd te worden.
Balans
Hierna leest u een nadere toelichting per onderdeel van de balans.
Vaste activa
Investeringen met economisch nut
De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht.
In die gevallen wordt op het saldo afgeschreven.
Investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming lineair afgeschreven op basis van de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde.
Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven.
Waardering gemeentehuis.
Taxatie 2015
In 2015 is de boekwaarde van het gemeentehuis verlaagd van afgerond € 8 miljoen naar € 4 miljoen. Dit is gerealiseerd door € 4 miljoen vanuit de bestede bestemmingsreserve gemeentehuis te storten in een voorziening afwaardering gemeentehuis. Deze voorziening is een correctie op de boekwaarde van het gemeentehuis. In juni 2015 heeft de raad besloten om het bestemmingsplan van het gebied waarop gemeentehuis staat te wijzigen. Vervolgens heeft de raad op 9 november 2015 bij de behandeling van de begroting 2016 besloten om de functie van het gemeentehuis te wijzigen van maatschappelijk naar bedrijfseconomisch, met als beoogd doel om delen van het gemeentehuis te gaan verhuren.
Volgens artikel 59 lid 2 BBV wordt het gemeentehuis door het besluit van de raad en de wijziging van het bestemmingsplan nu aangemerkt als materiële vaste activa met een economische functie, want het gemeentehuis kan nu bijdragen aan het genereren van middelen. Hierdoor is er sprake van een duurzame waardevermindering.
Taxatie 2021
Begin 2022 is het gemeentehuis opnieuw getaxeerd met peildatum 31 december 2021. De getaxeerde marktwaarde is met bijna € 0,4 miljoen toegenomen ten opzichte van 2015. De huidige wijze van verwerken via een voorziening, staat volgens de BBV toe om naar aanleiding van een nieuwe taxatie een correctie op de voorziening toe te passen. Gezien de onduidelijkheid rondom de toekomst van het gemeentehuis wordt de omvang van de voorziening in de jaarrekening 2021 niet gecorrigeerd. Als de resultaten van het onderzoek naar de toekomst van het gemeentehuis als onderdeel van het ZBB-traject bekend zijn, dan wordt een correctie van de voorziening opnieuw overwogen.
Vlottende activa
Voorraden
De als “onderhanden werken” opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijp maken), alsmede een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten.
De als "gereed productie en handelsgoederen" opgenomen bouwgronden Hooghendijck zijn gewaardeerd, zoals overeengekomen in de verkoopovereenkomst.
Het verlies is verwerkt in 2015 toen we de grond verkochten.
Tussentijdse winstneming (voorraden)
Bij het stelsel van baten en lasten zoals geformuleerd in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) zijn het toerekeningsbeginsel, het voorzichtigheidsbeginsel en het realisatiebeginsel essentiële uitgangspunten. Baten en lasten, en het daaruit vloeiende resultaat, moeten worden toegerekend aan de periode waarin deze zijn gerealiseerd. Bij meerjarige projecten betekent dit dat (de verwachte) winst niet pas aan het eind van het project als gerealiseerd moet worden beschouwd, maar gedurende de looptijd van het project tot stand komt en ook als zodanig moet worden verantwoord.
Het verantwoorden van tussentijdse winst (de POC-methode) is daarmee geen keuze maar een verplichting die voortvloeit uit het realisatiebeginsel. Bij het bepalen van de tussentijdse winst is het wel noodzakelijk de nodige voorzichtigheid te betrachten.
Zowel het realisatiebeginsel als het voorzichtigheidsbeginsel komen tot uitdrukking in de vereiste voorwaarden voor de POC-methode:
- het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat; én
- de grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht; én
- de kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd).
Voorziening verwachte verliezen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies.
Vorderingen en overlopende activa
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor de verwachte oninbaarheid is een voorziening opgenomen die in de balanstelling in mindering gebracht is op de vorderingen. De voorziening wordt bepaald op basis van de geschatte inningskansen.
De van Europese Unie, het Rijk en overige Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen, die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, zijn verantwoord onder de overlopende activa.
Liquide middelen en overlopende posten
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen.
Vaste passiva
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen.
De vaste schulden hebben een rente-typische looptijd van één jaar of langer.
De onderhoudsvoorzieningen stoelen op een meerjarenraming van het uit te voeren groot onderhoud
aan (een deel van) de gemeentelijke kapitaalgoederen.
In de paragraaf “onderhoud kapitaalgoederen” die is opgenomen in het jaarverslag is het beleid nader
uiteengezet. De pensioenverplichting voor de wethouders is echter op de contante
waarde van de (reeds opgebouwde) toekomstige uitkeringsverplichtingen gewaardeerd.
Vlottende passiva
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen nominale waarde tenzij anders vermeld. Onder de
vlottende passiva worden afzonderlijk opgenomen de netto-vlottende schulden, met een rente-typische looptijd korter dan één jaar en de overlopende passiva.