Wat wilden we?

Het aantal leerplichtigen dat niet staat ingeschreven op een school, per 1.000 leerlingen.

De cijfers over 2021 zijn nog niet beschikbaar, doordat dit per schooljaar berekend wordt.
In samenwerking met de regio en de leerplichtambtenaar ligt de focus, naast de reguliere taken, op preventie en waar mogelijk maatwerk. Doel hiervan is om door vroegtijdige en preventieve inzet van de leerplichtambtenaar, mogelijk verzuim te voorkomen. Een aandachtspunt blijft het werkelijke schoolbezoek, gaan de leerplichtigen werkelijk naar school en maken ze hun opleiding af.

Deze beleidsindicator geeft het percentage niet-wekelijkse sporters ten opzichte van de bevolking van 19 jaar en ouder aan. Het gaat hierbij om inwoners van 19 jaar en ouder die niet minstens één keer per week aan sport doen.

Door toe te werken naar een aantrekkelijk sport- en beweegklimaat denken wij het percentage niet-sporters te kunnen verminderen. Dit doen wij onder andere door de ambities uit ons lokaal sport- en beweegakkoord en ons lokaal preventieakkoord te realiseren. De opgenomen gegevens komen uit een onderzoek dat elke 4 jaar gehouden wordt.

Het aantal leerplichtigen dat wel staat ingeschreven op een school, maar ongeoorloofd afwezig is, per 1.000 leerlingen.

Het relatief verzuim in onze gemeente is relatief laag in vergelijking tot het provinciale en landelijke gemiddelde. Dit is niet per definitie positief. Het vermoeden is dat het verzuim niet altijd wordt gemeld. Als bij leerplicht niet bekend is dat leerplichtigen ongeoorloofd afwezig zijn, kunnen zij ook weinig doen om het verzuim te verminderen. Het doel voor de komende jaren is om met leerplicht binnen de regio de focus te leggen op preventie, zodat verzuim en problematiek vroegtijdig gesignaleerd en opgepakt worden. Daarnaast staat een goed contact met de scholen voorop. Niet in eerste instantie handhaving, maar juist samenwerking met de scholen en maatwerk voor kinderen die veel verzuimen staat centraal. De wens van leerplicht is dat het cijfer de komende jaren juist omhoog gaat, omdat dat betekent dat scholen hen beter weten te vinden voor hulp bij leerplichtproblemen.

Voortijdig schoolverlaters zijn personen die:

• Op 1 oktober aan het begin van het voorgaande schooljaar jonger zijn dan 22 jaar en op dat moment zijn ingeschreven aan een bekostigde vo- of mbo-opleiding en door de instelling voor bekostiging zijn aangemeld;
• Per 1 oktober het hierop volgende schooljaar niet meer zijn ingeschreven als bekostiging aangemelde deelnemer in een bekostigde VO-, MBO-, VAVO-, of HBO-opleiding;

Deelnemers die doorstromen naar niet bekostigd onderwijs worden mogelijk gezien als vsv'er.

• Geen start kwalificerend diploma (HAVO, VWO, MBO-2 diploma of hoger) hebben behaald in het schooljaar of al eerder.

Het aantal wordt uitgedrukt in een percentage van het totaal aantal deelnemers aan het VO en MBO onderwijs.

Als gemeente volgen wij het regionale beleid dat gevoerd wordt voor voortijdig schoolverlaten. Dit is in 2020 in het Regionaal programma voortijdig schoolverlaten 2021-2024 vastgesteld. Hierin zetten we zowel in op preventie als begeleiding bij vroegtijdig schoolverlaten. In dit laatste geval is het doel om jongeren weer terug naar school of naar werk te begeleiden.  

Als onderdeel van de Burgerpeiling is aan inwoners de volgende stelling voorgelegd: 'basisonderwijs is voldoende dichtbij'. De respondenten konden aangeven of ze het hier (helemaal mee) oneens of (helemaal) mee eens waren, ook konden ze aangeven als ze hier neutraal in stonden. Deze indicator toont het percentage van de respondenten dat het met deze stelling (helemaal) eens was.

Na 2019 is er geen burgerpeiling-meting meer geweest op dit onderwerp. Cijfers vanaf 2020 zijn dus niet bekend.

Betreft het percentage van laaggeletterden ten opzichte van alle inwoners van de gemeente Buren

Als onderdeel van de Burgerpeiling is aan inwoners de volgende stelling voorgelegd: 'voldoende aanbod van sportvoorzieningen'. De respondenten konden aangeven of ze het hier (helemaal mee) oneens of (helemaal) mee eens waren, ook konden ze aangeven als ze hier neutraal in stonden. Deze indicator toont het percentage van de respondenten dat het met deze stelling (helemaal) eens was.

Door het Sport- en Beweegakkoord kan het aanbod aan sportactiviteiten in gemeentelijke sportvoorzieningen toenemen en meer variëren. Hierdoor verwachten we een hogere waardering van de sportvoorzieningen.