Paragrafen

Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Inventarisatie risico's

Inleiding
Onder een risico verstaan we het gevaar voor (financiële) schade of verlies als gevolg van interne en/of externe omstandigheden. Het risico heeft dan betrekking op het samenvallen van die bepaalde omstandigheden (de kans) en de negatieve gevolgen (de schade).

We beginnen deze alinea met een melding van ontwikkelingen, waarvoor we op dit moment geen risicobedrag opnemen in het weerstandsvermogen. We signaleren een bepaald risico, maar deze ontwikkeling maakt nog geen onderdeel uit van de risicogroepen die we kennen.

Na de ontwikkelingen gaan we in op de risicogroepen en de financiële duiding van de risico’s. Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen is inzicht nodig in de financiële omvang van de risico’s. Deze risico’s duiden we als het benodigde weerstandsvermogen. Het gaat om de risico’s waarvoor we bijvoorbeeld geen beheersmaatregel zoals een verzekering kunnen treffen en waar we financieel geen rekening mee houden in de begroting. We hebben bij de risico inventarisatie bekeken of het risico zich voordeed in 2021 en zo ja, heeft dit invloed op het weerstandsvermogen? Daarnaast gaat het om nieuwe risico's die ontstaan zijn in 2021.

Tot slot is de kans dat de risico’s zich gelijktijdig voordoen klein. Mede daardoor proberen we bij elk risico zo goed mogelijk aan te geven welk financieel gevolg dat risico kan inhouden. We houden daarbij rekening met de kans dat het risico zich voordoet (risico = kans x gevolg).

Ontwikkelingen

Coronavirus
Ruim twee jaar hebben we nu te maken met de coronapandemie. Het coronavirus is daarom geen ontwikkeling meer. Hoewel het einde in zicht lijkt, blijven de onzekere financiële langetermijngevolgen van de coronamaatregelen op verschillende organisatieonderdelen en beleidsterreinen onzeker. Vanaf nu valt het coronavirus onder de risicogroep 'Opvang bij rampen en calamiteiten'. Een onderdeel van deze groep gaat over besmettelijke ziektes die de volksgezondheid bedreigen.

Invoering Omgevingswet
De geplande invoeringsdatum van de Omgevingswet is uitgesteld tot januari 2023. We hebben de aansluiting op het Digitaal Stelsel Omgevingswet gerealiseerd. De effecten van de kwaliteitsborging bouw worden momenteel verwerkt in de legesverordening. Door deze effecten kunnen we minder (vaak) leges heffen. Het uitgangspunt blijft dat het heffen van leges kostendekkend blijft. We kunnen besluiten om het verminderen van de leges deels te betalen uit algemene middelen. In dat geval ontstaat er een structurele kostenpost. In 2021 lieten we onderzoeken wat de kosten zijn van het opstellen van een gemeentedekkend omgevingsplan. De totale kosten hiervan hebben we opgenomen in de meerjarenbegroting. Komende periode versterken we onze dienstverlening rond de invoering van de Omgevingswet. Deze kosten zijn ook begroot.

Invoering vennootschapsbelasting
Deze ontwikkeling komt te vervallen. Sinds 2016 vallen wij voor onze economische activiteiten onder de belastingplicht van de vennootschapsbelasting. Het is daarom geen ontwikkeling meer. We bepalen ondertussen of we jaarlijks vennootschapsbelasting moeten betalen. Als we al een bedrag moeten betalen dan verwachten wij dat het nooit zal gaan om grote bedragen. Als de aangifte leidt tot een betaling nemen we hiervoor een bedrag op in de begroting.

Herijking gemeentefonds
Over de herijking gemeentefonds is dit jaar meer bekend geworden. Het ministerie BZK heeft in 2021 een viertal publicaties uitgebracht met daarin de effecten van het nieuwe verdeelstelsel gemeentefonds per gemeente. De laatste versie was 23 december 2021, met 2019 als peiljaar. Onze gemeente gaat er in de nieuwe verdeling (peiljaar 2019) € 762.377 op vooruit. Dat is € 29 per inwoner. Met deze indicatie houden we rekening in de meerjarenbegroting 2022-2025.

Risico Waarborgfonds sociale woningbouw
In juli 2021 stemde het college in met de ondertekening van een vernieuwde achtervangovereenkomst met het WSW. Deze nieuwe overeenkomst zorgt ervoor dat er een andere verdeling van de achtervang-positie ontstaat voor nieuwe leningen. Voor ons is dit een grotere achtervang positie en daarmee een groter risico. Daarbij regelt het WSW een aantal extra zekerheden, zoals de nieuwe obligo-lening en de aanscherping van de borgbare doelen. Hierdoor wordt de algemene kans dat we hierop worden aangesproken kleiner. Ons risicoprofiel wijzigt daardoor niet.

Duurzaam meerjarenonderhoudsplan en accommodatiebeleid
Het accommodatiebeleid is niet vastgesteld in 2021 vanwege capaciteitsgebrek. De bedoeling was om een financiële reserve te vormen en daarmee risico’s af te dekken. We hebben namelijk twee verenigingsgebouwen die op gemeentegrond staan en waarvoor contractueel (nog) niets geregeld is. Ook zijn er drie dorpshuizen die niet ons eigendom zijn, maar waarvoor we in het verleden contractuele afspraken maakten over het onderhoud en eventuele teruglevering van het pand aan de gemeente. Binnen de risicogroep 'Maatschappelijke risico's en veiligheid' reserveren we hiervoor een bedrag en daarmee komt deze ontwikkeling te vervallen.

Economische ontwikkelingen
Ondanks de uitbraak van het coronavirus sinds 2020 is de vraag naar bedrijfslocaties en arbeid in veel sectoren toegenomen. Er is daarbij een duidelijk onderscheid (ook regionaal te zien) in sectoren. Bij industrie, bouw, logistiek, en agribusiness is er sprake van groei en krapte op de arbeidsmarkt en een tekort aan ruimte. Bij de horeca, recreatie en evenementensector zijn daarentegen grote verliezen geleden of is er sprake van stagnatie en het afvloeien van personeel. We verwachten dat in 2022 geleidelijk economisch herstel plaatsvindt, maar dat ondanks het versoepelen van de maatregelen vooral de getroffen sectoren moeite zullen hebben om weer op hetzelfde niveau te komen als voor de crisis. Een volledig economisch herstel is pas mogelijk wanneer er naast de versoepelingen ook aandacht is voor deze krapte op de arbeidsmarkt.

Op dit moment zijn er kandidaten voor alle kavels op bedrijventerrein Doejenburg II. Inmiddels is meer dan 70% echt verkocht en verwachten we in 2022 de laatste kavels te verkopen. Ook op de andere bedrijventerreinen in de gemeente zijn de laatste kavels verkocht en worden leegstaande panden voor een groot deel weer gebruikt.

Voor Doejenburg II moeten we in het kader van parkmanagement nog goede afspraken maken over beheer en onderhoud in relatie tot mogelijke overdracht van de gronden aan de hiervoor opgerichte coöperatie. Hiervoor is nog geen bedrag voorzien. We verwachten in 2022 een advies en voorstel over de verdeling van kosten voor beheer en onderhoud tussen gemeente en de parkmanagement-organisatie in relatie tot mogelijke overdracht van de openbare ruimte en de wegen.

Netcapaciteit
De toename van de vraag naar elektriciteit en de snelle opkomst van duurzame energie zorgen ervoor dat het druk is op het elektriciteitsnet. Zelfs zo druk dat er gebieden zijn waar het elektriciteitsnet vol raakt. Effectief betekent dit vertraging in verschillende ontwikkelingen met maatschappelijke schade tot gevolg. De problematiek als bij de Veldsteeg in Lienden waar nu een transportbeperking geldt, kan zich ook voor andere gebieden in Buren voor doen. We zetten ons in op het monitoren van de netcapaciteit via een inventarisatie van relevante initiatieven op terreinen als woningbouw, bedrijfsontwikkeling en duurzaamheid. Ook zetten we in op afstemming met Liander rondom effecten, mogelijke anticiperende maatregelen en de planning van de verzwaring van het netwerk.

Didam arrest
De Hoge Raad oordeelde op 26 november 2021 dat een overheidslichaam dat een onroerende zaak wil verkopen, gelegenheid moet bieden aan (potentiële) gegadigden om mee te dingen naar deze onroerende zaak. Dit speelt indien er meer gegadigden zijn voor de aankoop van de desbetreffende onroerende zaak of dit redelijkerwijs te verwachten is. Dat is bijna altijd het geval. Als we de onroerende zaak toch een-op-een verkopen, moeten we dat voorafgaand aan de verkoop publiceren. We verwachten dat dit arrest geen gevolgen heeft voor de al verkochte en geleverde onroerende zaken (van voor 26 november 2021). Dit hangt steeds mede af van specifieke omstandigheden. Alle lopende en nieuwe grondtransacties moeten we langs deze nieuwe meetlat leggen. Dit onderwerp gaat ook spelen bij de verkoop van objecten uit de vastgoedportefeuille.

Risico's
Bij de samenstelling van de jaarstukken 2021 voerden we wederom de halfjaarlijkse risico-inventarisatie uit. Als vertrekpunt hanteren we de vastgestelde jaarstukken 2020. In juli 2021 was dit het laatste bijstelmoment in het begrotingsjaar 2021. Onderstaand treft u een totaaloverzicht van de risicobedragen per gecategoriseerde groep aan.

Overzicht berekening risico’s

 Bedragen x € 1.000

Jaarstukken
2020

Bijstelling

Jaarstukken
2021

1) Aansprakelijkheid

350

Geen

350

2) Rampen en calamiteiten

125

+ 300

425

3) Verbonden partijen

1.200

Geen

1.200

4) Open einde regelingen

1.875

- 1.000

875

5) Grondexploitaties

0

Geen

0

6) Maatschappelijke risico's en veiligheid

0

+ 200

200

7) Stikstofbesluit

200

Geen

200

8) Verzekeringen

100

Geen

100

9) Overige risico’s

500

+ 500

1.000

    Totaal

4.350

Geen

4.350

Toelichting:

1) Aansprakelijkheid
We voeren veel taken uit en lopen daarbij risico's. Bij het uitvoeren van taken zijn we aansprakelijk voor een tijdige en correcte uitvoering. Inwoners en belanghebbenden kunnen ons aansprakelijk stellen als we deze taken niet goed uitvoeren. De wettelijke regelingen, zoals de Wet dwangsom, de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige overheidsbesluiten en het burgerlijk wetboek (onrechtmatige daad) zijn belangrijke grondslagen voor het aansprakelijk stellen.

De risico's van de organisatie beperken we door het beschrijven van de processen en daarin maatregelen op te nemen. Verder zijn (aansprakelijkheids)verzekeringen afgesloten tegen de financiële consequenties van mogelijke gebreken in de uitvoering van een taak. Andere aansprakelijkheidsrisico's komen voor bij de grondexploitaties. Om de risico's zo klein mogelijk te houden sluiten we overeenkomsten met de ontwikkelaars van gronden om bijvoorbeeld planschade af te dekken.

Op 1 januari 2021 was een bedrag gereserveerd van € 690.000. Midden 2021 is de reservering verlaagd naar € 350.000. Op dit moment speelt een aansprakelijkheidsstelling door een calamiteit (hevige regenbui) in Lienden. Dit krijgt zijn vervolg in 2022. In 2021 hoeven we geen aanspraak te maken op dit bedrag. We handhaven daarom het gereserveerde bedrag.

2) Opvang bij rampen en calamiteiten
Landelijk is de Handreiking "regionaal risicoprofiel" opgesteld. De Wet op de veiligheidsregio's verplicht de uitwerking van verschillende risicoprofielen. Dit profiel brengt de risico's van alle gemeenten in de regio Gelderland-Zuid duidelijk in kaart. Het gaat hierbij om risico's vanwege rampen, calamiteiten, klimaatverandering en besmettelijke ziektes die de volksgezondheid bedreigen.

Op 1 januari 2021 was een bedrag gereserveerd van € 410.000. Midden 2021 is de reservering verlaagd naar € 125.000. Hoewel het coronavirus een enorme financiële impact heeft, hoeven we in 2021 geen aanspraak te doen op dit bedrag. De gemaakte kosten worden gecompenseerd door het Rijk. De toekomstige maatschappelijke gevolgen van het coronavirus blijven onzeker. Naast het coronavirus speelt nu de situatie in Oekraïne. Deze ontwikkelingen hebben gevolgen voor de wereldmarkt. Alles wordt duurder. Er ligt dan ook een relatie met risicogroep 'overige risico's'. We verhogen de reservering naar € 425.000.

3) Verbonden partijen
Een verbonden partij is een privaat- of publiekrechtelijke organisatie waarin we een bestuurlijk en/of financieel belang hebben. We noemen in de paragraaf verbonden partijen een aantal risico's daarvoor. De deelnemende gemeenten delen de financiële gevolgen van de verbonden partijen.

Om een indicatie te krijgen of gemeenschappelijke regelingen zelf risico's op kunnen vangen presenteren wij het samenvattende beeld in onderstaande tabel. De gegevens komen uit de jaarstukken van de gemeenschappelijke regelingen.

 Gemeenschappelijke regeling

Jaarstukken 2020

Jaarstukken 2021

Ratio

Kwalificatie

Ratio

Kwalificatie

Avri

0,00

Ruim onvoldoende

0,50

Ruim onvoldoende

GGD Gelderland-Zuid

0,56

Ruim onvoldoende

0,45

Ruim onvoldoende

Werkzaak rivierenland

0,54

Ruim onvoldoende

1,00

Voldoende

Omgevingsdienst rivierenland

1,00

Voldoende

1,13

Voldoende

Veiligheidsregio Gelderland-Zuid

0,64

Onvoldoende

0,50

Ruim onvoldoende

Regio rivierenland

1,00

Voldoende

1,00

Voldoende

Regionaal archief Rivierenland

1,81

Ruim voldoende

2,22

Ruim voldoende

Op 1 januari 2021 was een bedrag gereserveerd van € 110.000. Door het toekomstig risico bij de overdracht van de stortplaats van Avri verhoogden we midden 2021 het totale risicobedrag tot € 1.200.000. We hoefden in 2021 geen aanspraak te doen op dit bedrag. Verder blijkt uit bovenstaande tabel dat de ontwikkeling van het gemiddelde risicoprofiel over alle gemeenschappelijke regelingen licht verbeterd is. Ondanks deze lichte verbetering en rekening houdend met de reeds genomen besluiten over de stortplaats Avri vinden wij het nog niet verstandig om het gereserveerde bedrag aan te passen.

4) Open-einde-regelingen
Het gaat bij deze regelingen vooral om regelingen als de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Jeugdwet. Hierdoor kregen wij een veel groter takenpakket met daardoor meer risico's.

Op 1 januari 2021 was een bedrag gereserveerd van € 550.000. Mede op basis van de cijfers uit 2020 werden in 2021 grote tekorten verwacht op de begroting. Daarom verhoogden wij midden 2021 het gereserveerde bedrag tot € 1.875.000. We hoefden in 2021 geen aanspraak te doen op dit bedrag. Na deze ophoging is namelijk de begroting Wmo en jeugd structureel vanaf 2021 met respectievelijk € 1 en € 3 miljoen opgehoogd. Aangezien de begroting structureel is opgehoogd reserveren we een lager bedrag van € 875.000.

5) Grondexploitaties
Bij het opstellen van de grondexploitaties worden de risico's voor dat specifieke project geschat en nemen we deze in de grondexploitatie mee. Daarnaast kunnen zich externe ontwikkelingen voordoen, die niet project-specifiek zijn en buiten onze invloed liggen. Denk hierbij aan onverwachte en onvoorziene kostenstijging over de nog te maken kosten voor bouw- en woonrijp maken. Met de aanstaande verkoop van project Teisterbant en de voortgang van het project Doejenburg II stelde u midden juli vast geen bedrag meer te reserveren

6) Maatschappelijke risico's en veiligheid
Als eigenaar zijn we verantwoordelijk voor het in stand houden van onze eigendommen, zoals gebouwen, groenvoorzieningen, wegen en bruggen. Als door gebrekkig of achterstallig onderhoud (letsel-)schade ontstaat, worden we daarvoor aansprakelijk gesteld. Dit risico is niet verzekerbaar. Op termijn heeft een aanpassing van het onderhoudsniveau vrijwel altijd een effect op de bijbehorende risico's: hoe hoger het niveau, hoe lager de risico's en omgekeerd.

Vanwege het uitstel gepland onderhoud in 2021, de extra eenmalige verlaging onderhoud wegen in 2023 en het uitstel accommodatiebeleid reserveren we een bedrag van € 200.000.

7) Stikstofbesluit
Het stikstofbesluit van de Raad van State van mei 2019 heeft aanzienlijke gevolgen voor de uitvoering van bouwprojecten. Dit kan leiden tot vertragingen binnen de uitvoering van gemeentelijke projecten (grondexploitatie), maar ook binnen de particuliere sector. In deze laatste situaties zullen de legesopbrengsten omgevingsvergunningen geraakt worden en (tijdelijk) dalen.

Op 1 januari 2021 was er geen bedrag gereserveerd. Midden 2021 is een reservering opgenomen van € 200.000. We hoefden in 2021 geen aanspraak te doen op dit bedrag. Bij de begroting 2023 beoordelen we opnieuw of we deze risicogroep moeten handhaven.

8) Verzekeringen
Vanaf 2020 zijn we ‘anders gaan verzekeren’. Gebaseerd op een doelmatigheidsonderzoek naar het verzekeringspakket en de historie van schadegevallen, dekken we de meer middelgrote schades via het weerstandsvermogen.

Op 1 januari 2021 was er een bedrag gereserveerd van € 110.000. Nagenoeg alle aanpassingen zijn doorgevoerd, behalve de cyberriskverzekering. Gelet op de grote risico's, handhaven we deze verzekering. Midden 2021 is de reservering verlaagd naar € 100.000. We hoefden in 2021 geen aanspraak te doen op dit bedrag. Een bijstelling is daarom niet nodig.

9) Overige risico's
Het gaat hierbij om een verscheidenheid aan risico's van calamiteiten, kwetsbaarheid of uitval van automatisering (privacy, datalekken, hacks), stagnering economie, personeelsrisico's, vergrijzing en het niet tijdig actualiseren van bestemmingsplannen. Zulke risico's worden waarschijnlijker, aangezien de samenleving hogere eisen stelt en complexer wordt. Verder valt de ontwikkeling van de rente en de algemene uitkering hier ook onder.

Het uitdagende vraagstuk op het gebied van de bedrijfsvoering, namelijk een groeiend tekort aan gekwalificeerd personeel, is niet veranderd. Veel gemeenteambtenaren gaan de komende jaren met pensioen. Ook kiest de nieuwe generatie medewerkers vaak voor een maatschappelijke opgave in plaats van te gaan werken bij een gemeente. Een voorbeeld hiervan is duurzaamheid. Dit zal leiden tot extra kosten voor werving en selectie. Ook zorgt het mogelijk voor een opwaartse druk binnen het loongebouw. We hebben het budget voor werving en selectie in 2022 opgehoogd naar € 50.000, maar of dat voldoende is, moet nog blijken.

Op 1 januari 2021 was er een bedrag gereserveerd van € 530.000. Midden 2021 is de reservering verlaagd naar € 500.000. In 2021 is er geen aanspraak gemaakt op dit bedrag. De financiële gevolgen van de ransomware aanval zijn nog onduidelijk. We verdubbelen het gereserveerde bedrag daarom naar € 1 miljoen.

Deze pagina is gebouwd op 07/08/2022 16:36:10 met de export van 07/08/2022 16:19:18